Een veelheid aan verhalen verenigd in één narratief

Terwijl de trein zich een weg baant door het landschap, grijp ik de kans om de mensen om mij heen eens goed te bekijken. Schuin tegenover mij, in het hoekje van de coupé, zit een gothic-meisje, verdiept in haar boek. Haar zwarte kleding contrasteert sterk met het lichte interieur van de trein. Ik glimlach, ik had het idee dat gothic al lang uit de mode was, maar hier is ze dan toch. Naast haar zit een vader met zijn zoontje. Het jongetje is duidelijk opgewonden over hun uitstapje naar de dierentuin. Zijn luide stem vol enthousiasme, vuurt een niet-aflatende stroom van vragen af op zijn vader. De coupé komt nog verder tot leven als de conducteur, een kleine gezette donkere vrouw met een aanstekelijke vrolijkheid, haar groet laat echoën door de ruimte: “Goedemorgen!”

Ik pak mijn mobiel en begin wat door X te scrollen. Plotseling begeef ik mij in een wereld die haaks staat op de realiteit: het is alsof de trein waarin ik zit, zonder enige waarschuwing, van spoor is gewisseld. De berichten over zangeres Anouk’s vermeende transfobie, journalist Wierd Duk’s liefde voor Poetin, en oud-weerman Gerrit Hiemstra die iemand met een afwijkende mening al snel wegzet als klimaatontkenner, springen eruit. Deze digitale wereld confronteert mij met een tweedeling van meningen, waarin maar één waarheid de juiste lijkt te zijn. Het lijkt alsof de ruimte voor verschillende meningen, zowel online als offline, steeds kleiner wordt, vooral sinds de coronapandemie, toen afwijkend denken fel werd bekritiseerd. Dit zet me aan het denken en ik vraag mij af: Hoe komt het dat in een wereld die zo rijk en divers is aan mensen en verhalen, de waarheid in slechts één overheersend verhaal gevangen lijkt te moeten zijn? 

Om dit te begrijpen moeten we erkennen dat we ingrijpend zijn veranderd in het tijdperk van het postmodernisme. We zijn individuen geworden die met argusogen kijken naar de grote verhalen en ideologieën uit het verleden die onze sociale en persoonlijke identiteit vormgaven. “God is dood en het christendom heeft zijn betekenis verloren,” riep Nietzsche al ruim een eeuw geleden. Nu, meer dan ooit, trekken we de traditionele aannames in twijfel en hebben we ook het geloof in het bestaan van één universele waarheid achter ons gelaten. In plaats daarvan zijn we gaan geloven dat kennis en ervaring relatief zijn, afhankelijk van onze persoonlijke beleving en de context waarin gebeurtenissen zich afspelen. Niet zij, God, de Kerk, de Overheid of onze ouders, maar wijzelf geven vorm aan onze identiteit en schrijven ons eigen levensverhaal. Hierdoor zijn ook gelijk de grenzen van solidariteit duidelijker geworden, het individu is de nieuwe norm, elk met hun eigen waarden. Bovendien is onze samenleving steeds multicultureler geworden. Mensen uit alle windstreken vinden hun weg naar Nederland en brengen hun eigen culturele gebruiken, overtuigingen en verhalen mee, vaak sterk afwijkend van de oorspronkelijke Nederlandse cultuur. Deze cultuur, bekend om zijn openheid en acceptatie, komt hierdoor voor nieuwe uitdagingen te staan. We zijn anders gaan denken over onszelf, onze verhouding tot de mensen om ons heen en over de plek die wij in de wereld innemen. Dit heeft ertoe geleid dat we het geloof in één overkoepelend verhaal, al dan niet noodgedwongen, achter ons hebben gelaten. Echter, met het afscheid nemen van grote, universele verhalen is ook de verbondenheid in de samenleving onder druk komen te staan. 

Mijn trein maakt een tussenstop in Arnhem. Een stroom van mensen verlaat de trein. Ik zwaai naar het jongetje en wens hem veel plezier in Burgers Zoo, ik ben benieuwd hoeveel verschillende dieren hij vandaag zal tegenkomen. De trein vult zich met een nieuw palet aan mensen. Tegenover mij neemt een oudere dame plaats, ze glimlacht naar me. Ze vertelt dat ze op weg is naar haar kleindochter. “Wat leuk,” zeg ik, “gaan jullie samen iets leuks doen vanmiddag?” “We gaan demonstreren op de A12. We moeten van die fossiele brandstoffen af, weet je. Die subsidies moeten nu echt stoppen, want de aarde warmt op en de extreme weersomstandigheden nemen toe. Straks is er geen aarde meer over! Waar kan mijn kleindochter dan nog fatsoenlijk leven? Wat vind jij?” vraagt ze. “Ik ben het gedeeltelijk met u eens. We moeten ons inzetten om minder fossiele brandstoffen te gebruiken en naar innovatieve alternatieven te zoeken, maar direct stoppen lijkt mij een utopie. De gehele wereldeconomie is erop gebouwd; dan stort alles in. Bent u bereid alles wat u heeft in de waagschaal te leggen?” vraag ik haar. Ik krijg een bozige blik, ze mompelt wat en duikt in haar tas. Ik kijk uit het raam en denk: dat was volgens mij niet het gewenste antwoord. 

Het einde van de grote verhalen betekent niet dat de behoefte aan een overkoepelend verhaal is verdwenen; de menselijke behoefte aan een gedeeld narratief blijft bestaan. De klimaatcrisis en de coronapandemie zijn grote vraagstukken waar het als wenselijk wordt ervaren om er hetzelfde over te denken. Wanneer angst om de hoek komt kijken, zoals een potentieel onleefbare aarde voor onze kinderen, zoeken we elkaar weer op en geloven we in een verhaal dat ons het gevoel van verbondenheid, zekerheid en houvast biedt. Alles en iedereen die aan dit verhaal tornt of het aan het wankelen brengt, ontvangt een enkeltje Timboektoe. Daarnaast maakt één groot overkoepelend verhaal het voor bestuurders ogenschijnlijk makkelijker om deze complexe vraagstukken te beheersen. Alle neuzen dezelfde kant op is dan het devies. Echter, terug naar de samenhorigheid onder leiding van één ‘religie’ is een utopie. Al heeft de coronapandemie onze behoefte aan verbinding en een gedeeld verhaal duidelijk gemaakt, tegelijkertijd zijn de grenzen van een enkelvoudig, dominant verhaal blootgelegd. De echte uitdaging ligt nu in het erkennen en integreren van een veelheid aan verhalen in een groter geheel dat niet uitsluit, maar juist verbindt. Net zoals de verschillende treinen die samenkomen op een groot station, elk met hun eigen vertrekpunt en bestemming, maar allemaal deel uitmakend van een groter netwerk van verbindingen. 

Bij het uitstappen op Utrecht Centraal legt de oudere dame haar hand op mijn arm en zegt: “Je hebt eigenlijk wel een punt. Nu direct stoppen met fossiele brandstoffen is denk ik ook niet mogelijk, maar toch vind ik het belangrijk om te demonstreren, al is het alleen maar om mijn kleindochter te steunen. Wie weet, misschien brengen we iets teweeg bij de beleidsmakers in Den Haag.” Terwijl ik uitstap en over het station naar de uitgang loop, vraag ik me af wat deze treinreis mij over mijzelf heeft geleerd. Ik heb een sterk verlangen om autonoom te zijn, te denken en te handelen. Dat ik vaak vragen stel bij de grote verhalen in onze samenleving, maakt mij niet per se een postmoderne eenling, want ook ik heb de behoefte aan verbondenheid. Het zijn twee eenzame kanten van dezelfde medaille. Als autonoom mens moet ik vaak de groep loslaten en alleen verder reizen. Als mens die onderdeel wil zijn van een collectief moet ik een deel van mijzelf achterlaten op het perron. Bij deze voortdurende innerlijke tweestrijd moet ik mijzelf continu de vraag stellen: Waar ben ik bereid iets op te geven voor het collectief en waar blijf ik standvastig in mijn autonomie? 

Een geïndividualiseerde bevolking die verlangt naar één dominant, overkoepelend verhaal, creëert ook een complexe tweestrijd binnen de postmoderne samenleving. Enerzijds hebben we allemaal onze innerlijke drijfveren waarbij we streven naar autonomie, persoonlijke betekenisgeving en verlangen we naar onbeperkte individuele vrijheid. Wij staan als individu in het middelpunt, en het collectief belang komt op de tweede plaats. Anderzijds is er behoefte aan de zekerheid en veiligheid van het collectief, waarbij het individu plaatsmaakt voor het collectief belang. Dit zorgt dus niet alleen voor innerlijke spanning, maar ook voor spanning in de samenleving. Deze tweestrijd brengt een belangrijke vraag naar voren: hoe geven we een samenleving vorm waar zowel ruimte is voor individuele vrijheden als een collectieve verantwoordelijkheid en verbondenheid? Dit vraagt om een samenleving waar zowel individuele expressie als collectieve verbondenheid worden gewaardeerd en er de bereidheid is om van elkaar te leren en voortdurend met elkaar in gesprek te blijven. Het nodigt uit om verder te kijken dan onze eigen beperkte perspectieven en open te staan voor de rijke diversiteit aan menselijke ervaringen. Door een diversiteit aan verhalen te erkennen en mogelijk te maken, kunnen wij als mensen een reëler en representatiever beeld van de samenleving vormen. Een beeld dat ons de mogelijkheid biedt om de complexiteit van menselijke ervaringen en de diverse realiteiten te begrijpen en te waarderen. Zo kan iedereen in Nederland zijn eigen unieke reis maken, en tegelijkertijd ook ons als samenleving, naar onze bestemming brengen.

Afbeelding: Pixabay

DELEN